114 uitspraken van Jezus volgens Thomas

Het evangelie van Thomas vertelt, in tegenstelling tot de evangeliën uit de bijbel, de canonieke evangeliën, ook geen verhaal of, zoals je wilt, biografie van Jezus, maar bevat een lijst met 114 uitspraken van Jezus. Deze uitspraken doen allemaal denken aan een man die op een bijna boeddhistische manier in het leven stond, die geen wonderen verrichtte maar wel wijsheden deelde die de individuele mens een gelukkiger leven konden bezorgen. Lezen we die wijsheden nu, dan komen ze ons warm, wijs en niet raar voor, gewend als we zijn aan persoonlijke groei en ontwikkeling.

Het gaat om de spirituele boodschap van Jezus over het vinden van ware verlichting, oftewel het bereiken van een hoger bewustzijn. Het idee is dat mensen, wanneer ze hun ego en schaamte kunnen laten varen en zichzelf accepteren zoals ze zijn, in staat zullen zijn om de waarheid te zien en daardoor bevrijd zullen zijn van angst. Het suggereert mogelijk dat het bereiken van een staat van innerlijke vrijheid en puurheid de mens in contact kan brengen met een staat van gelukzaligheid en harmonie.

Het Thomas Evangelie

In de stilte van eeuwenoude gewelven en gefluister van oude bladeren ontvouwde zich een verhaal, bewaard in de tijd als een kostbare schat. “Dit zijn de geheime woorden,” fluisterde een oude stem, door de tijd gedragen, “die Jezus de Levende heeft gesproken, en die Didymus Judas Thomas heeft vastgelegd.

Een groep toegewijde leerlingen verzamelde zich in de schaduw van eeuwenoude bomen, nieuwsgierig naar de mysterieuze leringen die waren overgeleverd. De oude wijze, Thomas stond op en begon te spreken. “Deze woorden waren geheim om twee redenen,” legde Thomas uit. Zijn stem was als een zachte melodie. “Allereerst druisen ze in tegen alles wat als waarheid wordt beschouwd. Ze schudden aan de fundamenten van gevestigde belangen en heilige overtuigingen, en daarmee verstoren ze de rust van het bekende. Het tweede geheim,” vervolgde hij, “is dat de leerlingen, gehuld in de sluier van onbegrip, dachten dat er iets mysterieus aan de leringen van Jezus was. Een waas van geheimzinnigheid omhulde de waarheid die ze probeerden te begrijpen.” De aanwezigen luisterden aandachtig terwijl Thomas de betekenis ontrafelde. “Wanneer ze Jezus ‘de Levende’ noemden, symboliseerden ze zijn opstanding uit het dodenrijk, zijn losmaking uit de schaduwwereld. Hij was niet alleen een leraar in het fysieke, maar ook een gids door de grenzen van het bekende naar het mysterie.” De woorden van Thomas werden als zaadjes geplant in de harten van zijn toehoorders, en zo gingen ze de wereld in, gedragen door de wind van begrip en zoekende zielen die verlangden naar de waarheid diep binnenin. En zo bleven de geheime woorden van Jezus de Levende voortleven, als een eeuwige bron van wijsheid en inzicht.

Logion 1

Wie de verklaring van deze woorden zal vinden, zal de dood niet smaken.” Wie deze woorden zal begrijpen en ernaar zal leven, zal wakker worden en verlichting bereiken. Het is niet de letterlijke maar de figuurlijke dood,
waaruit de mens moet opstaan. Hij leeft dan niet meer in de tijd, maar in een eeuwigdurend nu, zonder verleden en toekomst. Dat is het eeuwige leven. Een der dagen zal hij uiteindelijk weer terugkeren naar waar hij vandaan kwam.

Logion 2

Jezus zei: “Laat hem die zoekt, zonder ophouden zoeken, totdat hij vindt. En als hij vindt, zal hij in verwarring raken. En als hij in verwarring geraakt is, zal hij zich verwonderen, en hij zal heersen over het Al als heerser zal hij zijn rust hervinden.” In de stilte van zelfreflectie ontdekte hij de waarheid: om de kudde te ontstijgen, moest hij loslaten wat als normaal was beschouwd. De illusie van geleerdheid, gedreven door eigenbelang en egoïsme, bleek een vergissing. Hij ontkleedde zijn karakter, begreep dat aangeleerd gedrag slechts een façade was. In de naaktheid van zijn ware zelf vond hij de verlossing van vertwijfeling naar innerlijke rust. De sluier viel weg, en plotseling zag hij helder. Hij omarmde zijn menselijkheid en ontdekte dat om hem heen mensen toneel speelden, gehuld in maskers van karakter, beroep en religie. In zijn begrip lag de paradox: wetende dat hij meer wist dan de groten der aarde, omdat hij wist dat er niets meer te weten viel. De ware kennis was zelfkennis, waarin de behoefte aan maatschappelijke kennis en de ontmaskering ervan samenvloeiden. De wereld verscheen als een toneelspel van maskers, waarin hij zichzelf als de speler en de toeschouwer ontdekte.

Toelichting: Je zult je eerst los moeten maken van de kudde, van wat je altijd als normaal hebt gezien, begrijpen dat alles wat je geleerd hebt in het leven slechts eigen- en groepsbelangen dient, dat je leven, gedreven door ijdelheid en egoïsme, tot nu toe een vergissing is geweest en dat je niet geleefd hebt zoals je had kunnen leven. Je moet je karakter als aangeleerd gedrag doorzien, tot je de laatste penning hebt ingelost en helemaal naakt staat. Dan wordt de laatste stap je geschonken, vanuit de vertwijfeling naar de rust. Dan vallen je de schellen van je ogen en dan pas zie je helder. Dan begrijp je dat je alleen maar mens bent. Dan zie je overal om je heen hoe alle mensen een toneelspel spelen, getooid met de maskers van hun karakter, beroep, religie en andere groepsmaskers en je kunt je aanvankelijk niet voorstellen dat zij dat niet zien. Het brengt je in verwarring als je je realiseert dat je meer weet dan alle groten der aarde, omdat je weet dat je niets meer hoeft te weten. Want als je jezelf kent, weet je dat kennis alleen nodig is voor een leven in de maatschappij en om die kennis te ontzenuwen. Maar je begrijpt alles.